Nieuw

Om tijdens de expositie Niets is genoeg de etage op de begane grond van Heden met de kelderruimte te verbinden, heb ik een afbeelding die ik in 1999 op een station in Tokio fotografeerde, geïsoleerd en uitvergroot op de muur boven de kelder laten aanbrengen. Op de begane grond exposeerde ik foto’s en beneden liet ik schetsen zien. De voorstelling is eigenlijk veel te gedetailleerd voor een pictogram, maar dat is in Japan gebruikelijk. Alles heeft een ziel. Ik was er door getroffen omdat ik niet alleen naar een teken of mededeling keek, maar ook naar een verhaal.

 

Heden | 2012 | expositie | ism. Martijn Engelbregt


In de zomer van 2012 exposeerde ik samen met Martijn Engelbregt bij Heden in Den Haag. Uitgangspunt voor de expositie was het openbaar maken van onze archieven. Bij Martijn ging dat om zijn volledige archief, bij mij om mijn foto– en ideeënverzamelingen. Als titel voor de expositie bedachten we de naam Niets is genoeg. De tekst en de vormgeving hiervan kregen een tweede leven tijdens een project van Martijn voor Utopisch Nest in Leiden.

 

De bovenstaande foto (door Thomas van der Vlis) is gemaakt voor een serie (Ouverture) die in De Volkskrant verscheen in de weken voor heropening van het Stedelijk Museum. Ook is er op een wikipedia een afbeelding van terug te vinden, bij de uitleg van de betekenis van het materialisme als levenshouding.

 

Heden / Utopisch Nest | 2012 | affiche | ism. Martijn Engelbregt


Naar aanleiding van het overlijden van Lou Reed maakte ik een Gorilla waarvan de vorm is gebaseerd op het ontwerp voor het niet uitgevoerde affiche De eenzame weg of de egoïsten.

 

Groene Amsterdammer | 2013 | Gorilla


Voor De eenzame weg of de egoïsten liet ik me aanvankelijk inspireren door de Wiener Werkstätte. Ik gebruikte de decoratieve lijnen die de typografie en illustraties van deze beweging kenmerken, om de tekst op het affiche een plek te geven. Daarna veranderde ik deze in een trap. Het is bij schetsen gebleven. In overleg met ’t Barre Land heb ik hierna een ander ontwerp gemaakt.

 

’t Barre Land | 2011 | affiche (niet uitgevoerd)


In het eerste jaar op de academie maakten we iedere vrijdag collages met teksten en foto’s uit kranten en tijdschriften, oefeningen in vorm, betekenis en engagement. Het was de indirecte invloed van Jan van Toorn, die voor Pieter Roozen, onze docent, van grote betekenis was.

 

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht | 1989/1990 | collage


In het kader van Utrecht Manifest werd ik in 2007 door het CBKU gevraagd om twee posters te ontwerpen, geïnspireerd op Isotype van Gerd Arntz. Andere deelnemers aan het project waren Harmen de Hoop en TwoThings. De zes ontwerpen zijn op MUPI-formaat over de stad verspreid en daarna gezeefdrukt op een kleiner formaat als grafiekmap aangeboden.

 

Wat mij fascineert aan Arntz is dat zijn vriendelijke en sociale idee om een universele beeldtaal te ontwikkelen, ontstaat gedurende de opkomst van de industriële massaproductie. De moderne tijd kenmerkt zich door het statistiseren van de samenleving. Dat doet de staat en dat doet de markt. De merkwaardige paradox die zich voordoet is dat het individu centraal komt te staan, maar dat dat alleen mogelijk is door deze zijn specifieke eigenschappen te ontnemen. De staat en de markt kennen alleen schijnindividuen.

 

Voor de ontwerpen heb ik me gebaseerd op twee aspecten van het bovenstaande verhaal, consumptie en individualiteit. Ik heb dat gedaan aan de hand van de vaak dubbelzinnige uitdrukkingen die met Out of beginnen. Als titel heb ik bewust een cliché gebruikt, maar zodanig dat door de verschillende lidwoorden een betekenisverschil ontstaat. Het affiche Out of the box is gemaakt voor een plek aan het begin van de Kanaalstraat in de wijk Lombok, het andere affiche hing op het Oudkerkhof, de duurste winkelstraat in Utrecht.

 

CBKU | 2007 | affiche


Voor Verhalen van Noord, een gezamenlijk project van Hotel van Hassel en SLAA, hebben Thijs de Boer, Gerard van Emmerik, Rob van Essen, Rob de Graaf, Sanneke van Hassel, Anton Valens, Maartje Wortel en Antonije Nino Zalica een verhaal geschreven dat zich afspeelt in Amsterdam-Noord. De verhalen werden op zondag 3 juli 2011 voorgelezen in de Tolhuistuin.

 

Voor de begeleidende uitgave en het publiciteitsmateriaal heb ik het ontwerp gemaakt. Ik begon met de ring van Amsterdam, waarin ik een gekantelde contour van een hoofd zag. De straten van Amsterdam-Noord heb ik daarna als hersenen ingetekend.

 

Hotel van Hassel / SLAA | 2011 | affiche / publicatie


In het voorjaar van 2006 nam Sanneke van Hassel afscheid van ’t Barre Land, het toneelgezelschap waarvan zij sinds de jaren negentig deel uitmaakte. Ter gelegenheid daarvan wandelden we van Den Haag naar Meijendel en later naar het strand. Daar maakte ik de foto die op het omslag van Ezels is gebruikt.

 

Over de verhalenbundel schrijft De Bezige Bij het volgende:

 

In Ezels maken we onder andere kennis met een Chinese loempiabakker en zijn stille liefde, met een moeder die alleen door Cornwall trekt en een Amerikaanse op weg naar het Como-meer. Sanneke van Hassel haalt haar personages uit hun vertrouwde omgeving en stelt ze voor beslissende keuzes. Weggaan of blijven, de waarheid zeggen of liegen, vreemdgaan of trouw zijn – Van Hassel laat zien dat het maken of het ontlopen van een keuze vaak op hetzelfde neerkomt.

 

In deze verhalenbundel schetst Sanneke van Hassel de menselijke soort met mildheid en verbazing – intussen de vraag openlatend wie de werkelijke ezels uit de titel zijn.

 

De Bezige Bij | 2012 | boekomslag


Dit is hoe een storm ontstaat is derde dichtbundel van Pim te Bokkel. Het beeld op het omslag is het diapositief van een foto die in 2012 op Faial (Azoren) heb gemaakt. Het is een strand aan een baai in het midden van de Atlantische Oceaan.

 

Het gedicht De conditie van het weer begint als volgt:

 

Alle schepen
alle schepen
bij het overwaaien van de storm
bedenk dat het niet overgaat
(…)

 

Nieuw Amsterdam Uitgevers | 2013 | boekomslag


Tweede bijdrage aan het project Slash/Art. Zie ook.

 

Slash/Art | 2011 | Gorilla


Naar aanleiding van de deelname van Martijn Engelbregt aan de expositie Catalysis for Life – New Language of Dutch Art & Design in het Museum of Contemporary Art in Tokio, reisde ik in de herfst van 2010 drie weken door Japan. De laatste opdracht die ik afrondde voor vertrek was het omslag voor Bij jou zijn van Takuji Ichikawa.

 

Atlas Contact | 2011 | boekomslag


Bijdrage aan het project Slash/Art, waarmee initiatiefnemers Noortje van Eekelen, Guido Giglio, Seungyong Moon, Ruben Pater, Yuri Veerman en Stefan Schäfer aandacht vroegen voor de gevolgen van de bezuinigingen op het kunst- en cultuurbudget.

 

Slash/Art | 2011 | illustratie


Voor een symposium dat werd georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van Willem Henri Lucas, tot en met 2002 hoofd van de afdeling Grafisch Ontwerp van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, heb ik samen met collega-docent Klaas van der Veen een viertal uitnodigingen en affiches ontworpen waarbij we de initialen van de naam van Willem Henri telkens van een andere gezichtsuitdrukking voorzagen. Van de vier ontwerpen is het droevige gezicht veruit het mooiste.

 

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht | 2002 | affiche


Tijdens het curatorschap van Simon Dove was Springdance een tweejaarlijks festival. In de tussenliggende jaren werden Previews georganiseerd waarin het experiment en de samenwerking tussen dansmakers uit verschillende landen centraal stonden.

 

De editie van 2006 concentreerde zich op de overeenkomsten en de verschillen tussen de praktische omstandigheden waarin makers uit de Verenigde Staten, Rusland en Nederland aan hun voorstellingen werken. In Nederland domineerde op dat moment het subsidiestelsel, in de Verenigde Staten wordt met sponsors gewerkt en in Rusland ontbreekt enige vorm van financiering.

 

Samen met Kummer & Herrman, met wie ik onder de naam Newfoundland voor Springdance heb gewerkt, heb ik voorgesteld om in de talen van de deelnemers de tekst links/rechts voor het publiciteitsmateriaal te gebruiken, niet alleen verwijzend naar de financieringsmodellen en het bewegen van de dansers, maar ook naar de geopolitieke oorsprong van de verschillende situaties waarin wordt gewerkt en de herinnering aan het militaire die daarin doormarcheert.

 

Het affiche is in 2006 genomineerd voor de Theaterafficheprijs.

 

Springdance | 2006 | affiche


Ode aan het kijken verscheen in juni 2012 in de serie Kleine Boekjes van Atlas Contact. Het is een bundeling observaties die betrekking hebben op alledaagse zaken en gebeurtenissen.

 

In Over waarachtigheid, de derde tekst in de bundel, schrijft de Botton het volgende: ‘De ironie van de liefde wil dat we het gemakkelijkst en met de meeste zelfverzekerdheid de mensen verleiden tot wie we ons het minst aangetrokken voelen, aangezien we bij een intens verlangen niet in staat zijn de daarvoor vereiste onverschilligheid op te brengen en bij een aantrekkelijk iemand worden geplaagd door een gevoel van minderwaardigheid ten opzichte van de perfectie die we de aanbedene toedichten.’

 

Atlas Contact | 2012 | boekomslag


Met gastregisseur Jan Ritsema maakte ’t Barre Land in 2001 een bewerking van Hamlet waarin niet het verhaal, maar de tekst centraal staat. De rollen werden losgekoppeld van de acteurs. Iedere acteur nam ieder personage voor z’n rekening. Op de bewerking werd wisselend gereageerd omdat er heel veel van het concentratievermogen van het publiek werd gevraagd.

 

Net zoals er duizenden bewerkingen van Hamlet zijn gemaakt, bestaan er duizenden affiches die de voorstelling aankondigen. Dat gegeven heb ik als belangrijkste opdracht opgevat voor het maken van een ontwerp. Na heel veel probeersels heb ik voorgesteld om een apostrof voor de t van Hamlet te plaatsen en alle andere informatie achterwege te laten. Hamlet werd Hamle’t.

 

Na afloop van de tournee werden de overgebleven affiches gebruikt om de keukenramen van de Snijzaal, tot begin 2013 de werkruimte van ’t Barre Land, te verduisteren.

 

’t Barre Land | 2001 | affiche


Van MillenniuM, een initiatief van Joris Abeling (†) en Serge van Duijnhoven, verschijnen in de jaren negentig vijftien nummers. Met het laatste nummer, Reset, dat in december 1999 uitkomt, houdt het tijdschrift op te bestaan. Voor MillenniuM #14, een nummer over orde, heb ik als bijdrage een lettertype ontworpen, waarmee de grens tussen beeld en tekst wordt verkend. Het principe van het lettertype is heel eenvoudig, als het gebruikt wordt om een tekst te zetten, staan de letters tegen elkaar aan en lopen de vormen in elkaar over. Er ontstaat daardoor een structuur die het moeilijk maakt om de letters te herkennen. Door de tekst te spatiëren, worden de letters als afzonderlijke vormen zichtbaar en ontstaat er een leesbare tekst.

 

Het lettertype wordt kort beschreven in het hoofdstuk Spatiesenzo uit het onvolprezen boek Gaten & andere dingen die er niet zijn van de Easy Aloha’s (Bas Albers en Gerard Janssen).

 

Read my lips | 1998/1999


Tussen 2008 en 2011 heb ik samen Esther de Graaff, de toenmalige curator, drie tentoonstellingen in Corrosia in Almere gemaakt. De eerste tentoonstelling, De wereld volgens Gorilla, volgde kort na het uitkomen van de gelijknamige publicatie bij Uitgeverij Meulenhoff. In 2010 was er een groepstentoonstelling, New Order, met werk van recent afgestudeerde ontwerpers. De laatste tentoonstelling, Almere een gebruiksaanwijzing, betrof een eigen project.

 

Almere een gebruiksaanwijzing, waarvoor de titel is ontleend aan het boek Het leven een gebruiksaanwijzing van George Perec, bestond uit het resultaat van tien opdrachten die betrekking hadden op het leven en het werken in de nieuwe stad.

 

Corrosia | 2011 | expositie


Voor de expositie Moti Hotel zijn twintig ontwerpers en ontwerpbureaus gevraagd om te reageren op een werk uit de vaste collectie van het museum. Ik ben gekoppeld aan de beroemde PSP-poster van George Noordanus (foto: Hendrik-Jan Koldeweij / model: Saskia Holleman).

 

De Designpolitie, die verantwoordelijk is voor het concept en het ontwerp van de tentoonstelling, heeft voor iedere deelnemer een kamer van 2.40 x 2.40 meter gemaakt. In mijn kamer heb ik één wand gereserveerd voor de poster. Op de tegenoverliggende wand heb ik een ruimte vrijgehouden die evengroot is als de poster en daaromheen heb ik een collage gemaakt met beelden die afkomstig zijn uit mijn foto- en knipselarchief en die ik op een rationele of associatieve manier in verband breng met de poster.

 

De PSP-poster is min of meer toevallig tot stand gekomen. De foto is niet met het doel gemaakt om als poster te worden gebruikt, maar per ongeluk ontdekt door Noordanus. Binnen de PSP was er onenigheid over het ontwerp, omdat de foto door sommige leden als seksistisch werd ervaren. Tenslotte heeft Saskia Holleman geen toestemming verleend voor gebruik van de foto omdat ze in verband met een vakantie onbereikbaar was.

 

Tegenwoordig zou een dergelijke poster niet meer gemaakt kunnen worden, zeker niet voor een poltieke partij. Dat heeft niet alleen te maken met de foto, maar ook met de overbewuste manier waarop campagnes tot stand komen. In dat opzicht zijn niet alleen de foto en de PSP ontwapenend, maar is de werkwijze die ten grondslag ligt aan de totstandkoming van de poster dat ook.

 

Voor mij is dit de reden geweest om niet met een concept te werken dat een vorm dicteert, maar om te onderzoeken waar ik de poster mee associeer. De collage, die ik met de praktische en inhoudelijke hulp van Jurga Želvyté heb gemaakt, is de weerslag van dat onderzoek. Naast politiek-maatschappelijke verbanden heb ik een relatie geprobeerd te leggen met de tijd waarin de poster is gemaakt. Dat is de tijd waarin mijn leven begon, maar ook de tijd waarin Pioneer 10 werd gelanceerd met aan boord een gouden plaat met informatie over de mensheid en de locatie van de aarde.

 

Voor bezoekers die behoefte heeft aan uitleg over mijn project, heb ik naast de deur een krantenartikel over de prieelvogel opgehangen.

 

Moti | 2013 | expositie


In 2010 en 2011 heeft ’t Barre Land een serie voorstellingen gemaakt op basis van Het leven een gebruiksaanwijzing van George Perec. Tijdens de eerste edities (Ed. 2 & 3 – Krabsalade Dinteville of raadselachtiger Salade Dinteville), gespeeld in de Snijzaal, kon ik niet aanwezig zijn. Ik was een paar dagen in Parijs. Naar aanleiding hiervan ontstond het idee om tijdens de voorstelling te bellen, zodat ik verslag kon doen vanuit de stad.

 

Voor de voorstellingen die een paar weken later in Frascati speelden (ed. 4, 5, 6, 7 – de eigendommelijke ruimte), is dit idee uitgebreid door vanaf het toneel met verschillende mensen te bellen. Ik heb tijdens deze telefoongesprekken onder andere verteld over de manier waarop loofbomen in natuurgidsen worden afgebeeld, half kaal en half in blad, zodat ze zowel in de winter als in de zomer herkend kunnen worden.

 

De foto’s die ik tijdens mijn vakantie in Parijs heb gemaakt, zijn voor de speeldagen in Frascati als decor- en publiciteitsmateriaal gebruikt.

 

’t Barre Land | 2010 | affiche